Je kunt venkel rauw en flinterdun gesneden verwerken in een salade, maar ook in plakken, stukken of partjes stoven, stomen, roosteren of grillen in een pan of de oven. Maak voor het bereiden de venkel schoon door de knol te spoelen onder stromend water en eventuele bruine vlekjes van de venkel af te snijden. Daarna snijd je de stelen en een klein stukje van de onderkant af. De harde kern kun je gewoon eten. Verwijder het loof, maar gooi het niet weg, want dit is superlekker als garnering op je venkelgerecht.

Gegaarde venkel kun je, eenmaal afgekoeld, ongeveer 2 dagen in een afgesloten bakje in de koelkast bewaren. Invriezen kan ook: dan is venkel maximaal 6 maanden houdbaar. Kook rauwe venkel altijd eerst 3 minuten in zijn geheel of in stukjes voordat je ’m invriest. De venkel warm je weer op in een koekenpan met eventueel wat vocht en/of olie of boter. Warm een ovenschotel met venkel afgedekt met aluminiumfolie in ca. 20 minuten op in een oven op 180 °C.