Mini-oranjekoeken

Doe de bloem, basterdsuiker en 25 g boter in een kom. Klop het ei los in een kommetje en doe de helft bij de bloem. Voeg de bakpoeder, marmelade, het anijszaad en water toe. Kneed met een mixer met deeghaken tot een soepel deeg. Verpak het deeg in vershoudfolie en laat 30 min. rusten in de koelkast. Snijd de spijs in stukken boven een kom en kneed met de rest van het ei. Vorm er een staaf van met een doorsnee van 5 cm.

Verwarm de oven voor op 160 °C. Vet 8 holtes van de muffinvorm in. Bestuif het werkblad met bloem en rol het deeg uit tot een lap van ½ cm dik. Steek er met een uitsteekvormpje of glas 16 rondjes uit met een doorsnede van 6 cm. Leg in de holtes van de ingevette muffinvorm een rondje deeg. Snijd de amandelspijs in 8 stukken en leg op elke koekdeegbodem een stukje spijs. Dek af met de rest van de plakjes koekdeeg. Bak de koeken in ca. 35 min. in het midden van de oven goudbruin en gaar. Neem uit de oven en laat 10 min. afkoelen in de vorm. Neem de koeken uit de vorm en laat verder afkoelen op een rooster.

Meng 100 g poedersuiker en het bessensap in een kommetje tot een glad glazuur. Bestrijk de afgekoelde oranjekoeken ermee en laat 1 uur drogen. Meng in een kom de mix voor botercrème met de rest van de poedersuiker en melk. Doe de rest van de boter in stukken een andere kom en klop met een mixer in 2 min. luchtig. Voeg dan geleidelijk het suikermengsel al kloppend toe. Blijf kloppen tot er een luchtige crème is ontstaan. Schep de botercrème in een spuitzak en spuit kleine rozetjes op de rand van de oranjekoeken.