Amandel- en kersenmuffins

Verwarm de oven voor op 180 ºC en zet de cakevormpjes in de muffinvorm.

Zet een zeef op een kleine pan. Giet de kersen af en houd ze apart. Zet de pan met het sap op hoog vuur en laat inkoken, voeg de kersen toe en laat ze een paar minuten meekoken, of tot ze een beetje plakkerig worden, glimmen en doorgewarmd zijn.

Meng de melk, olie, het ei en de suiker in een kom met een garde tot een glad mengsel. Zeef het bakmeel hierboven en meng alles goed door elkaar. Rasp de oranje schil van de sinaasappel erboven en meng met het amandelextract door het beslag. Verdeel het gelijkmatig over de 12 vormpjes en verdeel de lekker plakkerige kersen erover. Druk de kersen in het beslag.

Bestrooi met de geschaafde amandelen en zet de muffins 20-25 min. in de oven, of tot ze goed gerezen, goudbruin en gaar zijn. Om te controleren of ze gaar zijn, prikt u erin met de satéprikker. Komt de prikker er schoon uit, dan zijn de muffins gaar. Zet ze anders nog een paar min. in de oven.

Laat ze 10 min. afkoelen in de vorm. Zet de muffins daarna op een rooster en laat ze in 1 uur helemaal afkoelen. Pers de sinaasappel uit. Meng het poedersuiker met genoeg sinaas­appelsap om een plakkerig glazuur te maken. Besprenkel de muffins met het glazuur vlak voordat u ze gaat serveren.