Kabeljauwtaartje met geplette bloemkool, Parmezaanjus en garnalen

Breng de vermout met de fond aan de kook en laat het op een hoog vuur inkoken tot er ongeveer een derde van over is, breng op smaak met zout en peper. Neem de pan van het vuur en roer er 50 g in blokjes gesneden boter door, breng op smaak met zout en peper. Houd de saus tot gebruik warm. Bestrijk 4 velletjes vershoudfolie dun met (gesmolten) boter. Duw in elk kopje een velletje folie (de beboterde kant boven) en breek hierboven een ei. Draai de folie aan de bovenkant dicht. Kook de bloemkool in 10 minuten gaar, en stamp tot een grove puree. Breng intussen de slagroom aan de kook en roer dit door de bloemkoolpuree, breng op smaak met zout, peper en de nootmuskaat. Houd de puree warm (bijvoorbeeld in een oven van 150 °C). Bestrooi de kabeljauw met zout en (versgemalen) peper naar smaak en wentel de vis door de bloem; schud overtollig bloem eraf. Verhit de rest van de boter in een koekenpan en bak hierin de kabeljauw in 7 minuten goudbruin en net gaar, keer halverwege. Leg de pakketjes met het ei 3-4 minuten in een pannetje met bijna kokend water (= pocheren), verwijder daarna de vershoudfolie. Strooi de kaas door de fond. Verdeel de bloemkoolpuree over 4 warme borden, leg hierop een stukje kabeljauw en een gepocheerd ei. Druppel de jus rondom en bestrooi met garnalen en peterselie.