Koekhuisje

Receptvideo

- 05:38 min.

Download hier het koekhuisje sjabloon

Leuk om je kinderen te laten maken of samen met ze te doen: koekhuisjes bakken. Hoe je te werk gaat met kneden, kleuren en decoreren zie je in de stap voor stap receptvideo. 

Deeg maken en bakken
Klop 250 gram boter op kamertemperatuur en 150 gram donkerbruine basterdsuiker in een kom met een mixer in 5 minuten luchtig. Voeg 250 gram schenkstroop, 6 theelepels gemberpoeder en 4 theelepels kaneel toe en mix nog 1 minuut. Zeef 600 gram bloem, 3 theelepels bakpoeder en een halve theelepel zout erboven. Kneed het tot een samenhangende deegbal en druk een beetje plat. Verpak het deeg in vershoudfolie en laat het 30 minuten in de koelkast rusten. Verwarm de oven voor op 200 graden. Bestuif het werkblad met wat bloem. Verdeel het deeg in 2 stukken en rol ze uit tot lappen van een halve centimeter dik. Duw het deeg in de mallen voor het koekhuisje. Bestuif een deegroller met wat bloem en rol het deeg in de vorm glad. Verwijder eventueel overlappend deeg. Bak de koekdelen ongeveer 15 minuten in de oven, tot de randjes kleuren. Laat de koek in de mallen buiten de oven in 1 uur afkoelen. 

Kleuren met glazuur
Splits 1 ei. Doe het eiwit in een kom. De eidooier wordt niet gebruikt. Roer het eiwit met 200 gram poedersuiker tot een glad glazuur. Vul een cornetje van bakpapier met het glazuur. Druk de koekdelen als ze zijn afgekoeld voorzichtig uit de mallen en leg ze met de tekening naar boven op het werkblad. Kleur met het glazuur de ramen, het dak en de deur en decoreer de poppetjes en de kerstboom. Laat het glazuur goed hard worden. 

Karamel maken
Bekleed een brede, ondiepe schaal met bakpapier. Laat 300 gram kristalsuiker in een steelpan op laag vuur smelten tot karamel. Beweeg de pan af en toe heen en weer, maar roer niet. De karamel is klaar als de suiker is opgelost en donker-goudbruin is. 

Werk snel en voorzichtig
Zorg dat alles klaarstaat voor de volgende stappen en werk snel. Schenk de hete karamel voorzichtig in de ondiepe schaal. Doop de zijkanten van de voor- en achtergevel van het huisje in de karamel. Zorg dat je zelf de karamel niet aanraakt, want deze is kokend heet. Plak de zijgevels en het dak aan de voor- en achtergevel. Werk de naden af met de rest van het glazuur. Zo maak je een koekhuisje.