Ossenstaartsoep

Ossenstaartsoep

Een krachtige, verse bouillon met stukjes mals vlees: op een koude dag gaat er niks boven een dampende kom ossenstaartsoep. Zelfgemaakt natuurlijk, zodat je keuken zich vult met een onvoorstelbaar lekkere geur.

Ossenstaartsoep maken: zo doe je dat

Ossenstaartsoep maken: zo doe je dat

  1. Bestrooi de ossenstaart met peper en zout. Verhit de olie in een soeppan en bak de ossenstaart op middelhoog vuur in 10 min. rondom bruin. Snijd ondertussen de winterpeen in stukken. Maak 4 inkepingen in de ui en steek de kruidnagels erin. Was de prei en snijd in stukken van 2 cm. Neem de ossenstaart uit de pan.
  2. Halveer de tenen knoflook. Bak de peen, ui, prei, knoflook, laurier en takjes tijm 10 min. op laag vuur in het bakvet van de ossenstaart. Roer regelmatig. Voeg de ossenstaart, bouillon en madeira toe. Breng aan de kook, zet het vuur laag en doe de deksel schuin op de pan. Laat de soep 4 uur trekken. Schep met een schuimspaan regelmatig het schuim en vet van de soep.
  3. Neem het vlees uit de pan. Schenk de soep door een zeef, vang de bouillon op in een andere pan. Maak de theedoek nat, leg in de zeef en schenk de bouillon er nog een keer door.
  4. Pluk het rundvlees van de botten. Gooi de taaie stukjes vet en bindweefsel weg. Doe de stukjes vlees terug in de soep. Breng de soep tegen de kook aan. Snijd de peterselie grof. Schep de soep in diepe borden, bestrooi met de peterselie en serveer.