Kaneelbroodjes

Hak de noten grof. Doe in een kom samen met de bloem, gist, boter, 10 g kristalsuiker (per 8 personen), het zout, ¼ van de eieren en 250 ml water (per 8 personen). Kneed met de hand in 10 min. tot een elastisch deeg (of gebruik een mixer met deeghaken en meng 6 min. op lage snelheid). Vorm een bal van het deeg en doe in een ingevette kom. Dek af met vershoudfolie en laat het deeg op een warme, tochtvrije plek rijzen tot het in volume is verdubbeld. Dit duurt ca. 1 uur.

Kneed het deeg kort door en verdeel in 8 gelijke stukken (of een stuk per persoon). Rol van elk stuk 3 strengen van 10 cm lang. Splits de rest van de eieren en klop de eidooiers in een kom met het water los (het eiwit wordt niet gebruikt). Bestrijk met de bakkwast de strengen deeg rondom met eidooier.

Meng de rest van de suiker met de kaneel. Strooi 6 el kaneelsuiker (per 8 personen) over je werkblad en rol de deegstrengen erdoor. Maak aan één kant de uiteinden van 3 deegstrengen aan elkaar vast. Druk goed aan. Leg de rechterstreng over de middelste en daarna de linker over de middelste. Vlecht zo tot het uiteinde en druk vast. Vlecht zo alle broodjes.

Leg de vlechten op een met bakpapier beklede bakplaat. Zorg dat er genoeg ruimte is om de broodjes te laten rijzen. Dek losjes af met vershoudfolie en laat nog 1 uur rijzen op een warme plek.

Verwarm de oven voor op 200 °C. Verwijder de folie en bestrooi de bovenkant van de vlechtbroodjes met de rest van de kaneel­ suiker. Bak de broodjes in het midden van de oven in ca. 15 min. goudbruin en gaar. Neem uit de oven en laat afkoelen op een rooster.